Noord-Holland is in de jaren 1940-1945 vooral toneel geweest van de luchtoorlog. Al direct op de vroege ochtend van 10 mei 1940 werden de vliegvelden De Kooy, Bergen en Schiphol aangevallen, die in de maanden erna al weer snel door de Luftwaffe in gebruik werden genomen. De Duitse jagers, ondersteund door nieuwe technieken zoals grond- en boordradar, zouden nog hun tol eisen onder de geallieerde bommenwerpers
De Geallieerden waren bijzonder goed op de hoogte van de Duitse activiteiten en zouden nog een aantal gewaagde aanvallen uitvoeren, zoals van lage hoogte op de konvooien in het Marsdiep bij Den Helder. In de latere fase van de oorlog zouden de massieve Schnellbootbunkers van IJmuiden aangevallen worden met speciale zware bommen. Tenslotte zou de luchtoorlog eindigen met de voedseldroppingen op de diverse velden.
Deze onderwerpen, maar ook watervliegtuigbasis Schellingwoude, de aanvallen op de Fokkerfabrieken in Amsterdam en opmerkelijkheden rondom het luchtafweer, schijnvliegvelden en sommige crashes zullen aan de orde komen.